Afstandscontrole

Verkeerde afstanden slaan. Te kort of te lang.

Aangezien de juiste afstanden slaan 1 van de 3 peilers is in golf, is het natuurlijk heel erg vervelend als dit je niet lukt. Veel te vaak zoeken we de oorzaak van het probleem in onze techniek, externe factoren of andere zaken die er vaak weinig mee te maken hebben. Is techniek onbelangrijk dan? Nee, natuurlijk niet. Maar er zijn meer manieren om je afstandscontrole te verbeteren.

    • Weet jij je afstanden eigenlijk wel?

De juiste afstanden slaan houdt natuurlijk in dat je moet weten met welke club je welke afstand slaat. Op de Links Valley, maar ook op steeds meer andere locaties, kan je met het gebruik van de Toptracer leren hoe ver je met elke club uit je tas slaat. Sla 15 ballen en onderin het scherm zie je de gemiddelde afstand van de gebruikte club. Houd er natuurlijk wel rekening mee dat het een gemiddelde is. De ene bal zal iets verder vliegen dan de andere. Een gemiddelde afstand is daarom een goede leidraad. In de baan kan je vervolgens kijken of de afstanden, in het echt, overeen komen met de afstanden op de Toptracer.

    • Weet je hoe ver het is naar het midden van de green?

Weten hoe ver je met elke club slaat is redelijk cruciaal nietwaar? Immers, als je dit niet weet, hoe weet je dan welke club je moet gebruiken? Weten hoe ver je van je doel afstaat (midden van de green is altijd goed) is echter minstens zo belangrijk. Wist je dat 90% van de spelers hun bal te kort slaan? Best veel en eigenlijk heel simpel op te lossen. Meet de afstanden. Gebruik een laser, een GPS horloge of andere manieren om de afstand tot de hole te meten en houd rekening met een niet ideaal balcontact. Gebruik een kleine buffer. Is je doel hoger gelegen dan jouzelf? Tel er extra afstand bij op. Staat je doel lager dan jezelf, houd dan rekening met minder afstand.

    • Teveel inconsistentie met het balcontact

Als je de bal steeds ergens anders op je clubblad raakt, is het niet raar dat het resultaat ook fluctueert. Belangrijk is het dus dat je de bal steeds op dezelfde plek op het clubblad raakt. Idealiter in het midden, de ‘sweet spot’. Het middelpunt van de massa. Raak je de bal hierbuiten, dan lever je direct afstand in.

    • Teveel afgaan op je gevoel

Hoe voelde jij je toen je vanochtend opstond? En gisteren? En eergisteren? Grote kans dat dit gevoel niet elke dag hetzelfde is. Nog los van externe invloeden die elke dag, of jij je dit nu wel of niet realiseert, plaatshebben. Je gevoel verandert dus elke dag. Hier op afgaan is dus niet slim.

Maak 3 verschillende backswings. Bijvoorbeeld 9 uur, 10 uur en 11 uur, of iets vergelijkbaars. Laat vanaf elk van deze hoogtes de club alleen met gebruik van de zwaartekracht terugkomen bij de bal. Zwaartekracht is heel constant, dus de snelheid waarmee je tegen de bal aankomt en de totale afstand dus ook. Heb je 2 wedges? Dan heb je al 6 verschillende, heel consistente, afstanden. 3 wedges? 9 afstanden. Met wat kleine aanpassingen kun je hier heel simpel en heel snel zelfs 18 of 27 van maken. Kleine kans dat je de green gaat missen met zoveel consistentie.

  • Teveel variatie in GAS (grip, aim, set-up)

Hoe meer variatie je hebt in je starthouding, des te meer variatie je krijgt in je resultaat. Het is ontzettend goed om veel variaties te trainen, want hiermee bouw je ‘gevoel’ op en kan je daarna uit de voeten als je bal een keer niet ideaal ligt. En vraag jezelf, hoe vaak ligt je bal ideaal? Precies. Niet zo vaak. Maar variatie trainen en hierop vertrouwen zijn totaal verschillende werelden. Als je consistent wil presteren, zal je consistent moeten zijn in alles wat je doet. O.a. dus je starthouding. Houd je balpositie, exact, op dezelfde manier. Houd je grip, exact, op dezelfde manier. Neem je houding op, ja ja…exact, dezelfde manier in. Hoe minder variaties je hebt, des te consistenter het resultaat zal zijn.

 

GertJan Markus